Wieg wordt graf

 

Jan Desloover

 

Nick Hannes reisde vijf jaar door het Middellandse Zeegebied. Het is een streek waar zoveel begon maar nu zoveel kapotgaat of onder druk staat: dromen, levens en Lentes, natuur en erfgoed.

 

Mediterranean. The continuity of man. Het is een prachtige, epische titel, maar geen evidente. Bij de ingang van de expo schept een quote van de Britse historicus Ernle Bradford wat klaarheid. Vrij vertaald: ‘De Stille Oceaan is misschien de meest onveranderlijke en tijdloze van alle oceanen, maar de Middellandse Zee viert de voortgang der mensheid.’

Verschillende van de cruciaalste en meest dramatische scènes in de film van de menselijke geschiedenis spelen zich in dit decor af –Mediterraneum, ‘het midden van de wereld’, zo’n naam komt niet uit de lucht gevallen. Die waarin de Romeinen de hoofdrol spelen bijvoorbeeld, met zoveel overwicht dat ze het hadden over ‘mare nostrum’, onze zee.

Vandaag is Mare Nostrum een operatie van de Italiaanse marine, die ver de zee in trekt om bootvluchtelingen uit het water te halen voor ze er de dood in vinden. Vaak lukt dat, heel vaak ook niet. Of zoals Michael De Cock het omschrijft in het boek bij de expo: de wieg van onze beschaving is een graf geworden. En het roemrijke land van melk en honingwaar die wanhopige Noord-Afrikanen van dromen, weet nu zelf amper van welk hout pijlen te maken.

De viering waar Bradford het over heeft, is een feestmaal met veel gangen, sommige somptueus, andere karig en bitter. De Cock bedacht er ook een culinaire metafoor bij: het Middellandse Zeegebied als een regio waar de geschiedenis in lagen over de aarde uitgesmeerd is, zoals ‘een lasagne van eeuwen in brokstukken van zuilen, tempels en kathedralen’.

Nick Hannes heeft de voorbije vijf jaar in 22 landen getracht om die voortgang en die gigantische erfenis, die lagen en smaken en contradicties, te vangen in momentopnamen. Verschillende etappes van zijn reis werden in deze krant gepubliceerd. Nu is alles samengebracht in een expo en een boek. Ze staan beide als een huis.

Oké, door een wonderlijke, totaal onvoorziene samenloop van omstandigheden had Hannes de hele tijd een buitengewoon fotogeniek onderwerp. Eind 2009 sloeg de eurocrisis keihard toe in Griekenland. Begin 2011 stak de Tunesische straathandelaar Mohamed Bouazizi zichzelf in brand en trok hij de Arabische Lente op gang. Een Lente die bloedrood zou kleuren of nog kleurt in Egypte, Libië en Syrië. Vorige zomer bracht de 50-daagse oorlog tussen Israël en Hamas. En om de zoveel maanden berichten over honderden verdronken bootvluchtelingen.

Wat je noemt dankbaar materiaal. Maar net daardoor heel verraderlijk. Voor je het weet maak je continu straffe persfoto’s. Beelden die zo op de voorpagina van een krant kunnen, maar waarbij je je een paar maanden later afvraagt: waar ging dit ook alweer over?

De waarde van grote, zeer ambitieuze projecten à la Mediterranean valt of staat deels met hun tijdloosheid. Bij radicale sociale omwentelingen zijn er voor documentair fotografen altijd de vallen van de anekdotiek en de archetypering: de stenengooier, het piëtaachtige rouwbeeld, het huilende kind.

Hannes rijdt hier een nagenoeg feilloos parcours. Hij werkte rond een handvol duidelijke thema’s: economische crisis, migratie, urbanisatie, massatoerisme, Arabische Lente. Maar hoewel zijn beelden steeds glashelder zijn, hebben ze die thema’s nooit in koeien van letters op hun voorhoofd staan. De crisis: een huwelijksfeest in een tankstation in het Griekse Rio, nu al iconisch. De Arabische Lente: veelkleurige kinderrugzakjes aan een doorzeefde winkelmuur in Misrata, Libië. Toerisme: een peroxideblonde vrouw in bikini die

hoelahoepend een oudere man op het strand entertaint, maar ook: zorgeloos Tel Aviv in oorlogstijd, dankzij het antiraketschild Iron Dome.

Net zoals met Red journey (2009), zijn project over de vijftien exSovjetrepublieken, hoopt Hannes dat hij met dit project ‘meer vragen oproept dan sluitende antwoorden geeft’. Gelukt. En hoewel je voelt dat de ‘voortgang’ waarover Ernle Bradford het heeft in Hannes’ ogen op veel vlakken geenszins een vooruitgang is, is hij er toch in geslaagd om beelden te maken waarbij je twijfelt tussen glimlachen, volschieten of boos worden. Het leven, een tragikomedie. Maar wat zijn foto’s voor alles doen is, in de woorden van Michael De Cock, de mens herleiden tot zijn ware proportie ‘in het licht van de eeuwigheid’: die van ‘figurant’. Een status die onze lompheid en baldadigheid, ons gebrek aan mededogen des te wraakroepender maakt.

 

(De Standaard, 03/12/2014)